Hoe omgaan met lagere voederopname bij hogere temperaturen
Zodra de buitentemperaturen stijgen, dreigen varkens last te krijgen van hittestress. Dit treedt reeds op bij temperaturen vanaf 25°C.Waar mogelijk zullen varkens zelf ingrijpen en streven naar een zo hoog mogelijk comfort in de stal. Dit doen ze door meer te hijgen om op die manier extra warmte te verliezen. Verder kiezen ze ervoor om op koelere plekken in het hok te gaan liggen waarbij ze contact met soortgenoten vermijden. Daarnaast verminderen varkens hun voeropname om de warmteproductie die gepaard gaat met energieopname door voeder te reduceren. Hittestress en de bijhorende reactie van varkens hierop hebben steevast negatieve gevolgen die gepaard gaan met prestatie- en productieverliezen. Dewelke zich als volgt uitten:
Sterfte, verminderde melkgift, tegenvallende reproductieresultaten en meer biggensterfte door onrust bij de zeugen.
Verminderde technische prestatie op vlak van voederconversie, groei en karkaskwaliteit. Een verhoogd risico op agressie en staartbijten, gecombineerd met een hogere sterfte bij zware vleesvarkens.
Gezien de impact van verminderde voeropname binnen het geheel niet te onderschatten valt lijsten wij hieronder enkele praktische tips op. Hiervoor starten we met een aantal algemene tips, gevolgd door enkele specifieke tips per diercategorie. Zorg in de eerste plaats voor voldoende vers en koel water. Kijk hiervoor zeker na dat het debiet voldoende hoog is. Kies er verder voor om voedermomenten waar mogelijk in te plannen op de koelste momenten van de dag. Dit aangevuld met kleinere voederbeurten doorheen de dag. Daarnaast is het van belang om stress en onrust zoveel mogelijk te vermijden. Beperk behandelingen bijgevolg tot een minimum en voer ze indien toch nodig uit tijdens de koelere periodes. Bovendien zorg je voor een zo optimaal mogelijk stalklimaat. Kijk hiervoor zeker de ventilatie en ingestelde curves na, maar overweeg ook om inkomende stallucht te koelen. Tot slot kan je ervoor opteren om een aantal specifieke maatregelen per diercategorie te treffen. Zeugen:
Kies er indien nodig voor om zeugen extra water bij te geven.
Schep bakken zeker leeg wanneer zeugen een voederbeurt overslaan. Bij warm weer blijft voer in de bak namelijk nog minder lang vers en smakelijk.
Rust in de stal is cruciaal. Kies er daarom voor om zeugen in de drachtstal ‘s morgens vroeg of ‘s avonds te voeren. Dit geldt tevens in de kraamstal waar je tussendoor best kleine porties verschaft.
Geef zeugen maximaal een boost:
Voeg vitamine C en of E toe via flexibel produceren, dit kan eenvoudig als toevoeging in bulkexpress. Deze vitaminen zijn antioxidanten en ondersteunen de weefsels tegen oxidatieve stress.
Anticipeer op de mogelijk negatieve energiebalans die zeugen ervaarden in kraamstal en boost hun immuniteit richting de volgende dracht. Opteer hiervoor voor lianol tabletten te verschaffen vanaf 2 dagen voor spenen tot 2 dagen na spenen.
Overweeg een kuur met KING, hetzij via flexibel produceren hetzij door bijvoederen in zakgoed.
Zorg ervoor dat de biggen de zeug niet maximaal uitputten en voer biggen zoveel mogelijk bij.
Wees je bewust van een mogelijk seizoenseffect in de voederopname. Gedurende de winter koelen stallen mogelijk te sterk af en dient men hierop te anticiperen via extra bijvoederen, de zogenaamde winterschep. In de zomer is dit uiteraard onnodig en ligt de opname mogelijk 100 à 200 gram lager.
Opteer voor een rijker voeder om de verminderde opname te compenseren. Hier speelt echter een groot staleffect en niet elke zeugengroep reageert hierop zoals gewenst.
Biggen Biggen hebben een hogere optimumtemperatuur en bijgevolg iets minder last van warmere weersomstandigheden dan zeugen of vleesvarkens. Desondanks kan je ook bij de biggen maatregelen treffen. Zeker vanwege de zeug/big wisselwerking in de kraamstal.
Vermijd het behandelen van biggen op de warmste dagen. Indien behandelingen toch noodzakelijk zijn, plan deze dan in op de koelste momenten van de dag.
Warmtelampen en vloerverwarming zijn zeker vlak na de geboorte van cruciaal belang. Probeer deze warmte te beperken tot een microklimaat voor de biggen en laat extra warmtebronnen niet langer branden dan strikt noodzakelijk voor de biggen.
Stel het verhokken van dieren indien mogelijk uit of plan deze in op de koelste momenten van de dag.
Speel in op een mogelijk verminderde melkgift door de zeugen en tracht biggen in de kraamstal optimaal bij te voederen.
Vleesvarkens
Overweeg net als bij de zeugen de toevoeging van vitamines C en E als antioxidant. Deze helpen de oxidatieve stress tegen te gaan. Denk hierbij zeker aan toevoeging van vitamine E bij het voeren van te laden varkens.
Laat een derde fase eventueel achterwege gezien varkens hun opname in warmere periodes al reduceren.
Opteer ervoor om varkens iets lichter te laden om zo ruimte in de hokken te creëren.
Men spreekt van hittestress wanneer de temperatuur de bovengrens van de zone waarbinnen een varken zich comfortabel voelt overstijgt. Deze zone wordt ook de thermo-neutrale zone genoemd. De bovengrens van deze zone varieert bovendien naargelang het lichaamsgewicht en het productiestadium. Dat maakt dat zeugen sneller last hebben van hittestress dan biggen, dewelke zelfs baat hebben bij een hogere temperatuur. Dit geldt tevens voor vleesvarkens, waar zwaardere vleesvarkens sneller last hebben van hittestress dan lichtere varkens. Naast temperatuur speelt relatieve luchtvochtigheid een belangrijke rol in het verhaal van hittestress. Om te weten of er al dan niet hittestress optreedt kan je de steeds onderstaande tabel raadplegen